Het Brussels 'democratisch tekort' is een onzinnig cliché
© afp. Vlaggen van de Europese Unie in Brussel.
column Het klonk nogal alarmerend, afgelopen vrijdag in deze krant: 'Alleen in naam zijn we nog democratisch' Thierry Baudet bediscussieerde in het Filosofisch Elftal met Frank Ankersmit het referendum over de toekomst van Nederland in Europa. Iets 'niet democratisch' noemen is een krachtig retorisch middel en tegelijk is volstrekt onduidelijk wat ermee bedoeld wordt.
Het wordt dus hoog tijd voor een ontnuchtering. Wie 'democratie' letterlijk neemt, verstaat het als: 'Het volk heeft de macht'. Dat is nog nooit in de geschiedenis voorgekomen. Zelfs in de oude Griekse stadstaten die soms doorgaan voor de 'echte' democratie, was het altijd een relatief kleine groep die het roer in handen had.
Daarbij ging het nog om relatief kleine gemeenschappen, waarin alle stemgerechtigden wel op één marktplein pasten. De liberale filosoof Benjamin Constant stelde bijna 200 jaar geleden al vast dat dat in moderne staten niet meer kan. Niet omdat die vele malen groter zijn, maar ook omdat wij inmidedels voor al dat bestuur geen tijd meer hebben. De antieke burger werkte niet; daar had hij zijn slaven voor. Daardoor kon hij zijn tijd vrijmaken voor de politiek, die van de weeromstuit zijn hoogste vervulling werd.
Politiek dier
Daarom noemt Aristoteles de mens een 'politiek dier' en heel wat moderne filosofen herhalen dat. Maar is dat wel waar, vraagt Benjamin Constant zich af. Hoe groter een land, des te kleiner de invloed van de burger. Moet die zijn hoogste vrijheid ervaren in een arena waarin hij één uit de massa geworden is? De burger heeft eieren voor zijn geld gekozen. Hij vindt nu zijn voldoening in de activiteit die zijn antieke voorganger verachtte: arbeid, handel, economie, aldus Constant. Liberaler kan het bijna niet.
De politiek wordt door de burger intussen bewust op afstand gezet. Hij stuurt er vertegenwoordigers heen om zijn belangen zo goed mogelijk te verdedigen, een soort van politieke 'outsourcing'. Meestal noemen we dat 'parlementaire democratie', waarmee de burger losvast verbonden is. En dat is prima, aldus Constant. Wie nog steeds denkt dat de moderne burger dezelfde is als de antieke, begaat dezelfde fout als de diehards die de Franse Revolutie in het honderd lieten lopen.
Constant zelf was daarvan nog maar nauwelijks bekomen.
Zo dramatisch hoeven we het niet te maken om te zien dat er op Europese schaal nu net zoiets gaande is. Je kunt dat betreuren - maar wie denkt dat kleine natiestaten het vandaag de dag alléén kunnen rooien is even anachronistisch als de Amsterdammer die in 1814 of 1648 een zelfstandige staat had willen uitroepen binnen de Singelgracht.
Wat voor Constant gold op nationaal niveau, geldt voor ons in een Europese dimensie. Is die daarom 'alleen in naam nog democratisch'? Ooit besloten Europese landen op regelmatige basis gezamenlijk te vergaderen, omdat ze nu eenmaal veel dingen te bespreken hadden. En, zeiden ze, we doen dat voortaan op één plek, waar we ook een bureautje neerzetten om onze besluiten af te handelen. Zo ontstond 'Brussel' en het bureautje werd een heus bureau.
Ondemocratisch? Afspraken maken en verdragen sluiten met andere landen hebben regeringen al eeuwenlang gedaan. En altijd was dat een kwestie van geven en nemen. Als het parlement vond dat er tevéél was weggegeven, ging het feest niet door. En gaat het nog steeds niet door, ook in de EU. Zelfs 'gekwalificeerde meerderheden' die in de besluitvorming inmiddels rechtskracht hebben, richten maar weinig uit wanneer een nationale regering ècht balsturig blijft.
Ook ik ben niet altijd gelukkig met wat er in Brussel gedaan en besloten wordt. En de huidige vluchtelingencrisis lijkt de onmacht van de EU alleen maar te onderstrepen. Maar stel je voor dat die crisis was uitgebroken zónder een Brussels orgaan van overleg en besluitvorming. Of dat elk Europees land er bij de economische en monetaire crisis van de afgelopen jaren alleen had voorgestaan. Pas dán was het onheil niet te overzien geweest.
Democratisch tekort
Het 'democratisch tekort' van de EU is niet groter dan dat van Den Haag. Constant besefte al in 1819 dat we het daarmee moesten doen - en dat dat niet erg was. Ook tegen Den Haag wordt soms gemord, maar dat hoort erbij.
Nattigheid voel je pas wanneer Baudet zijn pleidooi voor een 'terugverovering' van Nederland op de EU naadloos laat overlopen in een tirade tegen 'de politieke elite die het land op geen enkele manier vertegenwoordigt.' Benjamin Constant zou het grijze hoofd hebben geschud; in Den Haag zou ik er niet gerust op zijn.
Intussen heeft ook Europa een volwassen parlement met verregaande bevoegdheden. Eurosceptici lachen het honend weg. Kennelijk ligt democratie hen alleen na aan het hart wanneer ze tégen Europa pleit. Als Amsterdammer kan ik mij levendig voorstellen dat mijn stadgenoten ooit schamper lachten over 'Den Haag'. Maar ook zij hebben ongelijk gekregen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten