woensdag 18 november 2015

Filosofen aan het woord over de angst.

Vijf filosofen aan het woord over de angst

Leonie Breebaart − 17/11/15, 22:26
© afp. Paniek onder rouwenden bij het Carillon Hotel in Parijs, zondag.
'Keep calm and carry on.' Zo luidde de aloude Britse reactie nadat in 2005 vier bommen waren ontploft in Londen. Kalmte is een mooi ideaal, maar makkelijk uit te voeren is ze niet. De angst voor een aanslag, op het terras, op het station, is met de aanslagen in Parijs onvermijdelijk toegenomen, en die uit zich meestal als angst voor het vreemde, de moslim, vaak ook de vluchteling. Welke ideeën kunnen ons helpen om de angst te begrijpen? En daardoor misschien ook te beteugelen? Vijf eyeopeners van moderne denkers op een rij.

Martha Nussbaum: Zet in op vaderlandsliefde

  •  
    Laat zien, draag uit, dat ook moslims in hun hart zijn getroffen
Franse moslims houden net zo goed van Frankrijk en hebben recht op erkenning van hun vaderlandsliefde. Dat zou de angstwerende oplossing zijn van de Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum. Vaderlandsliefde is in Europa een beladen begrip, en de hevige emoties die daaraan vastkleven, zijn dat zeker.

Maar volgens Nussbaum hoeft patriottisme minderheden helemaal niet buiten te sluiten. Als je maar zorgt dat de nationale symbolen die je kiest ze ínsluiten. In de VS lukt dat soms: het grote Vietnam-monument in Washington is een mooi voorbeeld. Doordat daarin alle namen van gesneuvelden in steen zijn gekrast, voelt iedere Amerikaan, van welke kleur of achtergrond dan ook, zich daarbij betrokken.

Zo'n monument, zo'n soort symbool, zou in Frankrijk ook uitstekend kunnen werken. Laat zien, draag uit, dat ook moslims in hun hart zijn getroffen. De waarden van de Franse Revolutie - vrijheid, gelijkheid en broederschap - bieden ruimte voor een patriottisme dat ook moslims ínsluit. Maar dan moeten de 'autochtonen' hen wel als echte Fransen willen zien.

Nassim Nicholas Taleb: Durf kwetsbaar te zijn

  • © Flickr/Agathe.
    Nassim Nicholas Taleb
Toen Geert Mak na de moord op Theo van Gogh in 2004 schreef dat een vrije samenleving is 'gedoemd tot kwetsbaarheid' kreeg hij gemengde reacties. Maar de Libanees-Amerikaanse denker Nassim Nicholas Taleb zegt het hem na. Dat wil zeggen, hij vindt dat de controledwang die na een aanslag de meest adequate reactie lijkt, contraproductief kan werken. Dat idee heeft hij uitgewerkt in bestsellers als 'De zwarte zwaan' (2006) en 'Antifragiel' (2012).

De belangrijkste gedachte is dat de behoefte chaos te voorkomen, tot meer chaos leidt. Een typisch voorbeeld is volgens Taleb het Amerikaanse buitenlandbeleid: uit angst voor 'chaos' steunden de VS corrupte regimes in het Midden-Oosten. Maar juist door die krampachtige angst voor het onverwachte en het veranderlijke, liep de situatie in bijvoorbeeld Egypte echt uit de hand. Ook in het dagelijks leven kan 'anti-fragiel' denken ons helpen niet in een angstkramp terecht te komen.

Denk niet dat je alle situaties kunt beheersen, adviseert Taleb, leer leven met het onverwachte. Want als je uit angst voor bomaanslagen alleen nog maar binnen blijft zitten, ontgaan je alle mooie verrassingen van het leven. Neem een voorbeeld aan de flaneur, die zonder angst door de stad dwaalt en altijd openstaat voor nieuwe verrassingen.

Chantal Mouffe: Wees niet bang voor polarisatie

  •  
    De gedachte dat democratie is gebaseerd op het bijleggen van meningsverschillen is volgens Mouffe ronduit gevaarlijk
Terrorisme en populisme zijn volgens de Franse filosofe Chantal Mouffe het gevolg van een onderdrukt conflict. Liberale democratieën ontkennen dat er in de politiek altijd een moment komt dat iemand de knoop moet doorhakken, maar dat daarmee onderlinge meningsverschillen niet opeens verdampen.

De gedachte dat democratie is gebaseerd op het bijleggen van meningsverschillen is volgens Mouffe ronduit gevaarlijk. Er blijven altijd 'onredelijke en emotionele standpunten' over, waarover je het niet eens bent geworden.

Neem bijvoorbeeld ritueel slachten of de vraag of we vluchtelingen eigenlijk niet bij de grens moeten tegenhouden. Zelfs als daarover een besluit moet vallen, is het belangrijk te beseffen dat er altijd burgers blijven die zich dan ongehoord voelen.

Rechts populisme is geen alternatief, vindt Mouffe, omdat zulke partijen een hele groep mensen, moslims bijvoorbeeld, een politieke stem onthouden. Terwijl hun stem ook gehoord moet worden - net zo goed als de stem van de kiezers die nu PVV stemmen. Polarisatie op zich - een stevige links-rechts-tegenstelling bijvoorbeeld - is niets om bang voor te zijn. De democratie kan niet zonder.

Frank Furedi: Hou eens op over angst

  •  
    De cultuur waarin we leven bepaalt welke vorm van angst 'normaal' lijkt
Als je in Nederland wordt overvallen door een blanke man, word je meestal niet vanzelf bang voor álle blanke mannen. Maar als een zwarte man je overvalt, werkt dat meestal wel zo, vooral als je zelf weinig zwarte mensen kent. Die reactie laat volgens de Hongaars-Britse socioloog Frank Furedi zien dat nare gebeurtenissen niet vanzélf angst oproepen.

De cultuur waarin we leven bepaalt welke vorm van angst 'normaal' lijkt. En dat verschilt van cultuur tot cultuur. Als je in Nigeria wordt overvallen door een zwarte man, wijt je dat minder snel aan zijn huidskleur. Het vervelende is volgens Furedi dat angst zo'n geliefd thema is geworden in de Europese samenleving. "Angst wordt nu gezien als een groter probleem dan de misdaad zelf." En dus is de ene politicus (vaak een linkse) bezig de angst te bestrijden (en te bagatelliseren) en de ander (vaak een rechtse) hem aan te wakkeren.

Beiden versterken zo de gedachte dat burger en democratie 'kwetsbaar zijn'. Daardoor verdwijnen ons zelfvertrouwen en vertrouwen in veiligheid uit zicht. Furedi heeft die analyse toegepast op over-angstige ouders, maar hij gaat volgens hem ook op voor de samenleving als geheel.

Jean-Luc Nancy: Zie het vreemde in jezelf

Toen de Franse filosoof Jean-Luc Nancy in 1990 een harttransplantatie onderging, verzette zijn immuunsysteem zich hevig tegen deze indringer. Zijn lichaam begreep niet dat het vreemde hart zijn leven juist zou redden. Dat afweermechanisme vergelijkt Nancy in 'De indringer' met een samenleving die het vreemde probeert af te weren, zoals bij een overdreven angst voor vluchtelingen of moslims.

Die reactie lijkt natuurlijk: wat van buiten komt is gevaarlijk, of tenminste een beetje eng, omdat we het niet kennen. Maar zodra je probeert te begrijpen wát er anders is aan de buitenstaander, sta je al snel met lege handen. Een actueel voorbeeld: moslims worden vaak gezien als 'geloviger', maar zijn er in Nederland dan geen behoudende gelovigen? Of: moslims doen aan ritueel slachten. Maar dat deden Joden toch ook al?

Het gaat Nancy niet om zulke specifieke vergelijkingen, hij wijst er alleen op dat de vreemde ons confronteert met het vreemde in onze eigen samenleving. En dat is niet altijd een prettige denkoefening. We ontdekken dat wijzelf ook rare dingen doen of vinden. Met ons lichaam werkt dat net zo, want ook daar komt de dreiging niet alleen van buiten: kankercellen worden door ons eigen lichaam aangemaakt. Het vreemde zit van binnen.

maandag 9 november 2015

Maria Fourier over tolerantie

Een aanrader:
http://www.mariafoerier.nl/gelijke-behandeling

Tolerantie is niet neutraal


Tolerantie is niet meer neutraal

door Bart Top  

Nederland kent voor het eerst in zijn geschiedenis een meerderheidscultuur, die kan worden gekenschetst als liberaal, seculier en blank. Dat verklaart volgens James Kennedy, hoogleraar Nieuwste Geschiedenis aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, waarom er minder verdraagzaamheid bestaat tegenover minderheidsgroepen.

U onderscheidt vormen van tolerantie. Kunt u dat toelichten?

De eerste vraag is: tolerant tegenover wie of wat? Tien jaar geleden scoorden Nederlanders hoog op tolerantie van afwijkend gedrag, lifestyle. Het accepteren van mensen met een andere etnische achtergrond zat op het Europese gemiddelde. Nederland scoorde samen met de Duitsers laag bij het tolereren van politiek extremisme.

Ik maak nog een onderscheid. Er is tolerantie als modus vivendi, als het dulden van meningen van andersdenkenden. Daarnaast is er tolerantie als ideologie, waarbij de dominante meerderheid gaat bepalen wat de inhoud van tolerantie is en degenen die niet meedoen als intolerant gelden en geen deel uitmaken van de gewenste tolerante gemeenschap.

In Nederland was traditioneel tolerantie een modus vivendi tussen minderheden, maar dat is veranderd.

Tot 1960 paste tolerantie in een verzuild model. Daarbinnen was het míjn verantwoordelijkheid als fatsoenlijk mens om anderen niet te kwetsen. Vanaf de jaren zestig kreeg juist de spreker een vrijbrief en moest de toehoorder tolerant zijn voor kwetsende uitspraken. Vrijheid en tolerantie worden dominante begrippen en bekrompenheid en intolerantie moeten het ontgelden. Tolerantie krijgt een militante vorm en wordt iets wat ánderen moeten leren. Komen in die jaren tolerantie en godsdienstvrijheid al met elkaar in conflict?

Godsdienst krijgt een intolerante naam en moet bewijzen dat zij niet bekrompen, intolerant en rigide is. Dat minister Verdonk van moslims eist dat zij kritiek moeten leren incasseren, past bij dat patroon.

Er blijft dan wel tolerantie over: het bestaansrecht van religieuze groepen wordt niet aangetast.

Natuurlijk hoopte men in de politiek, dat de kerken en christelijke partijen allemaal zouden ontploffen. Maar de bescherming en de rechten van minderheden bleven overeind.

Er kwam een ideologische vorm van tolerantie op, zonder dat de bestaande modus vivendi helemaal verbroken werd. Dat geldt tot op de dag van vandaag. Ik denk dat er in Nederland een sterke traditie bestaat van respect voor minderheden, die niet zo gebruikelijk is in andere landen. Het is een levende traditie die wel zwaar onder vuur ligt. Er is voor het eerst een liberale, seculiere, blanke meerderheidscult u u r. Past de discussie over de Nederlandse identiteit in die ontwikkeling?

Ja, men ziet die discussie vaak als een reactie op het feit dat de nieuwe minderheden die identiteit zouden bedreigen. Maar de behoefte aan een sterke identiteit komt vooral voort uit het gegeven dat het voor de eerste keer in lange tijd überhaupt denkbaar is, dat er een meerderheid van Nederlanders achter een dergelijke identiteit, een gezamenlijke cultuur zou kunnen en willen schuilen. Door de verzuiling was dat eerder ondenkbaar.

Een effect van die liberale, seculiere, blanke meerderheid is dat de waarde van godsdienstvrijheid niet meteen wordt gezien. Hoewel die de laatste drie eeuwen als een kernbegrip gold van een vrije samenleving. Nu worden er vragen bij gesteld, zoals door de VVD, die artikel 1 van de grondwet boven alle andere artikelen wil stellen. Dat is een breuk met drie eeuwen vrijheidstraditie, want de hele moderne orde is op godsdienstvrijheid gebaseerd, op de vrijheid van minderheden om hun geweten te volgen zonder dwang van de staat.

Heeft u een verklaring voor die snelle omslag?

Kenmerkend voor Nederland is de dominante kijk op dingen, zoals vrijheid van onderwijs. Daarover bestond lang consensus zonder dat het model ooit echt uitgedaagd is. Dan ontstaat er een crisis, de angst voor de islam, 9/11, en worden problemen zichtbaar. Je krijgt een massale bekering waarin al die problemen die onbespreekbaar waren, centraal komen te staan en de consensus er niet meer toe lijkt te doen. Het patroon is: eerst niet ontvankelijk voor kritiek, een plotselinge crisis en dan ómgaan. In een land dat minder consensusgericht is, wordt dit debat vaak eerder gevoerd.

In 2000 schreef u: 'Gelukkig is de meerderheidscultuur heel tolerant.' Zou u dat nog zo opschrijven?

Ik kom uit de VS, waar meerderheden ontzettend dwingend kunnen zijn, the winner takes it all. Ik denk niet dat het in Nederland die vormen heeft aangenomen. Maar de tolerantie neemt af. Dat zie je aan het debat over de islam. Het is een verontrustende vorm van meerderheidsdenken, die zichzelf verlicht en bevrijd acht en zich opstelt tegenover een minderheid die dat niet zou zijn. Dat is in de eerste plaats slecht voor die minderheid. Het tweede probleem is dat er nauwelijks zelfreflectie plaatsvindt bij de meerderheid.

U vindt dat na de moord op Van Gogh Nederland de kluts kwijt is en in een identiteitscrisis verkeert.

De laatste jaren bestaat de neiging een nieuwe mono-identiteit op te bouwen. Een ongelukkige tendens, omdat mensen meerdere identiteiten hebben. Als je een robuuste definitie van Nederlanderschap wilt, is het in je eigen belang om die identiteit flexibel te maken, zodat andere identiteiten daar onderdeel van kunnen zijn. Het is prima meer aandacht te besteden aan identiteit, meer nadruk op goed burgerschap naar nationale snit, op Nederlandse geschiedenis. Maar dan wél op een brede, inclusieve manier die ook andere identiteiten als bouwsteen ziet. Is er een breuk met de verzuilingsgedachte? Ja, zelfs als je meer ruimte geeft voor verscheidenheid binnen die Nederlandse identiteit. Want die nieuwe identiteiten zullen nooit zo robuust en uitgebouwd zijn als tijdens de verzuiling. Wat het betekent om een moslim-Nederlander te zijn in 2010 zal nooit parallel lopen met wat het Nederlander-zijn voor een katholiek in 1950 inhield.

De omstandigheden zijn veranderd en die moslim zal meer onderdeel worden van de gedeelde samenleving dan destijds de katholiek. Ondanks zichtbare verschillen zoals het hoofddoekje. Naar mijn mening zou je hoofddoekjes en zelfs burka's moeten tolereren.

Maar in Nederland wordt deze levensstijl niet meer als onschuldig gezien, maar als een bedreiging. Daaruit blijkt dat tolerantie de publieke orde als uitgangspunt neemt.

Als tolerantie de orde dient door conflicten te vermijden en afwijkende meningen te dulden, dan ben je wel tolerant. Maar zodra Nederlanders ervan overtuigd zijn dat afwijkend gedrag een bedreiging kan vormen voor de openbare orde, is het gedaan met het tolereren. Tolerantie is hier geen onveranderlijke ethische norm. En als ze de sociale cohesie en vreedzame openbare orde niet langer bevordert, dan heeft ze nauwelijks bestaansrecht meer.