We ontlopen geweld niet door er niet over na te durven denken
© Flickr/Sarl Dennise. Non-violence, een beeldhouwwerk van de Zweedse kunstenaar Carl Fredrik Reuterswärd dat voor het hoofdkantoor van de Verenigde Naties staat.
column Een lange vredesperiode heeft ons ervan overtuigd dat de geschiedenis maakbaar is met redelijke middelen. Die droom van geweldloosheid is weliswaar hoogstaand en verleidelijk, stelt filosoof Ger Groot, maar meer dan een droom is het niet.
In 1979 verdween de sjah van het toneel en werd Iran een islamitische republiek. Met enige grootheidswaan zou je kunnen zeggen dat onze campagne tegen het oude regime meer succes had gehad dan we ooit hadden kunnen vermoeden. Ongeveer zoals de muis tegen de olifant zegt: 'Wat stampen we lekker!'
Pest ingeruild voor cholera
Het échte stampen begon pas daarna. De gegoede klassen trokken massaal weg uit Iran. De communisten, eerst vervolgd door de sjah, werden zo mogelijk nog wreder bestreden door hun voormalige 'bondgenoten' van het islamitisch verzet. Hoe opgelucht menige vrijheidslievende idealist de val van de sjah ook begroet mocht hebben, na een korte machtsstrijd bleek de pest in het land ingeruild te zijn voor de cholera.
Nee, dat had met onze protesten tegen het voorgaande bewind niets te maken. Wij streden voor de mensenrechten waar ook ter wereld, zonder aanzien des regimes. Maar ook, zo moet ik toegeven, zonder diep na te denken over de gevolgen van de eventuele successen daarvan - of wat daarop lijken mocht. De deugdzaamheid van de inzet was haar eigen rechtvaardiging.
Arabische lente
Noem het een vorm van Gesinnungsethik: de moraal die de waarde van handelingen afmeet aan de intenties ervan. Ik kan haar verdiensten moeilijk ontkennen, maar ze komt wel steeds hardhandiger in botsing met de Realpolitiker in mij. Want wat is er, om bij het heden te blijven, inmiddels niet geworden van de 'Arabische lente' die door bijna iedereen met gejuich werd begroet? In het beste geval een onstabiele natie, in het slechtste een failed state of een verwoestende burgeroorlog. Had het allemaal niet beter kunnen blijven zoals het was, roept af en toe een opstandig stemmetje mij toe.
Die vraag is net zo irrelevant als het stampen van de muis naast de olifant. Geen van beiden verandert iets aan de loop van de geschiedenis, die beheerst wordt door niemand. Dat betekent niet dat menselijke daden er niet toe doen: de hele geschiedenis bestaat uit niets anders. Maar over de betekenis van die daden hebben we net zo min zeggenschap als over hun gevolgen. De stroom ervan raast voort met een donderend geweld waar we ons geen voorstelling meer van durven maken.
Maakbare geschiedenis
Een ongekend lange vredesperiode heeft ons er gaandeweg van overtuigd dat de geschiedenis maakbaar is met redelijke middelen. De Europese Unie is er nog altijd het kroonjuweel van, al knaagt het geweld en de redeloosheid aan haar grenzen. Misschien moeten we zeggen: al toont zich aan die grenzen de geschiedenis in haar onbarmhartigste gedaante.
De schrijver Heere Heeresma jr. beschreef het doembeeld ervan afgelopen zaterdag in deze krant onverbloemd. Hoe houd je de vluchtelingenstroom die Europa dreigt te destabiliseren werkelijk tegen, zo vroeg hij zich af. 'Eén afschrikwekkend voorbeeld van een doorzeefd bootje met vijftig of honderd opvarenden kan duizenden vluchtelingen rechtsomkeert doen maken,' antwoordde hij. Je wilt het je niet voorstellen.
Misschien had Heeresma met zijn artikel alleen maar een satirisch oogmerk, naar het voorbeeld van aan A Modest Proposal van Jonathan Swift. Tijdens de Ierse hongersnood van 1729 stelde die laatste de inwoners van het eiland voor hun eigen kinderen op te eten: wat tegenwoordig een win-win situatie heet. Swifts sarcasme weegt op tegen Heeresma's radicalisering van de steeds luider klinkende roep om 'alle grenzen te sluiten' - want wat zou zoiets in werkelijkheid wel niet betekenen?
Juist daarom moeten we het schrikbeeld van Heeresma serieus nemen. Het pepert ons opnieuw de les in dat de droom van geweldloosheid weliswaar hoogstaand en verleidelijk is, maar desondanks niet meer dan een droom. Zodra de historie zich roert, botst de rede op haar ongenaakbaarheid. Geweld is haar grens - en dat betekent óók dat ze er af en toe tegenaan loopt.
De hemel behoede ons voor Heeresma's apocalyptische taferelen. Maar wij ontlopen ze niet door er niet over te durven nadenken - al was het maar om ze af te wenden. Ook al wensen wij het geweld niet te zien en achten we onszelf ervan gevrijwaard, het bestaat wel - óók als de uiterste grens van ons eigen handelen. Een oplossing biedt het zelden. Ook in dit geval zou het een onvoorstelbare reactie ontketenen. Maar een noodlot is het maar al te vaak, vooral wanneer we onszelf er blind voor maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten